Nog voor ik het kon weten had ik het gevoel dat ik wel eens zwanger zou kunnen zijn. Alle verschillende signalen waren aanwezig: brood smaakte niet lekker, krampen op het moment dat ik ingeschat had dat het innestelingsmoment zou kunnen zijn, enz. Ik kon dus nauwelijks wachten tot ik een zwangerschapstest kon doen. Eerst een vroege test en dan een gewone. Mijn man en ik konden het eerst niet geloven dat het zo vlot gelukt was.

Nauwelijks 5 weken zwanger of ik begon me al beroerd te voelen. Doodmoe en compleet op van vermoeidheid na een dag werken. Niet veel later voelde ik me misselijk … de hele dag. Dat werd erger en erger en ik begon met overgeven, meermaals per dag. Door corona kon ik niet makkelijk terecht bij een dokter of gynaecoloog. In november, ik was al goed 11 weken zwanger, kon ik dan voor het eerst terecht bij de gynaecoloog. Zo misselijk en slap als iets zat ik daar, zodat ik meteen al medicatie voorgeschreven kreeg. Spijtig genoeg hielp die nauwelijks. Verschillende doktersbezoeken, wat ze me ook voorschreven, niets hielp echt. Enkel de scherpste randjes gingen eraf. In november en december heb ik naar mijn gevoel niet anders gedaan dan overgeven en me de hele dag rotslecht voelen en blijven werken (ook al ging dit niet). Ik heb dit meermaals gemeld op het werk. En toch werd er verwacht dat ik bleef doorwerken alsof er niets aan de hand is, want elke zwangere is toch wel eens misselijk. Achteraf gezien had ik meer op mijn strepen moeten staan zodat ik op ziekte gezet zou worden.

Ik had het geluk dat ik nog voldoende vocht en voeding binnen hield zodat ik niet opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Drinken was echter een hel, dat viel allemaal als een baksteen op mijn maag en maakte me nog misselijker. Het beterde iets in januari en februari. Minder overgeven maar nog steeds de hele dag misselijk. Uiteindelijk ben ik tot het eind van mijn zwangerschap misselijk gebleven. Minder erg dan in het eerste trimester, maar met de medicatie stoppen zat er niet in. Heel de tijd ben ik aan het aftellen geweest: “nog zoveel weken en dan ben ik 12, 16, 26,…weken zwanger, misschien stopt de misselijkheid dan?” En toen de 26 weken om waren werd het aftellen in de andere richting: “nog 13, 10, 7… weken en hopelijk word het kind iets te vroeg geboren…“

Gedurende de laatste maanden van de zwangerschap heb ik vaak gedacht totaal niet klaar te zijn voor de geboorte van ons kindje. Ik heb enkel het ontwerp van het geboortekaartje kunnen doen terwijl ik veel meer in gedachten had: boeken lezen over ouderschap, zwangerschapsyoga, een mobiel maken voor boven het park te hangen, versieringen voor de babykamer,.. enz. Ik keek enkel nog uit naar de geboorte omdat ik me dan hopelijk wat beter zou voelen. Hier heb ik me erg schuldig over en slecht bij gevoeld. Dankzij de praatgroep van de Stichting ZEHG kon ik afstand nemen van die schuldgevoelens omdat ik daardoor wist dat die gevoelens echt heel normaal zijn bij HG. Ik was ook heel blij toen ik tijdens het intakegesprek merkte dat Leila HG kent, zodat ik niet moest uitleggen hoe zwaar dit is. Zij heeft me ook goed geholpen en opgevangen na de bevalling. Dank je, Leila.

Ik ben ondertussen een aantal maanden geleden met keizersnede bevallen van een gezond zoontje. Ik wou borstvoeding geven maar dat bleek een kwelling: hij hapte niet aan en het lukte langs geen kanten. Voor mijn gezondheid hebben mijn man en ik samen besloten volledig te stoppen met de borstvoeding. Tegen dan zat ik er zowel fysiek als mentaal volledig door. Door de erg zware zwangerschap, een zware en lange bevalling, gebrek aan slaap en alle problemen rond de borstvoeding en pijn van de keizersnede en constipatie. Eén maand na de bevalling had ik het nog steeds erg moeilijk en ben ik in behandeling gegaan bij een psychologe voor een postnatale depressie. Ik heb vermoedelijk nog een lange weg te gaan en geloof dat de eerste stap naar beterschap de moed is om naar de psycholoog te gaan en het probleem bespreekbaar te maken. Ook het vertellen van mijn verhaal helpt. Aan andere vrouwen met HG en/of postnatale depressie wil ik vooral de boodschap meegeven dat je niet alleen bent. Het gaat voorbij, echt. Geef de moed niet op, zoek steun waar je ze kan vinden. Er zijn veel meer mensen die je graag zien en er willen zijn voor u dan dat je zelf denkt. En laat niemand je wat wijsmaken, HG is een zware belasting die helaas nog te onbekend en vaak onbegrepen is. Het zit echt niet in je hoofd en je stelt je niet aan. Wat mij hierdoor geholpen heeft is mijn geweldige echtgenoot en proberen positief te zijn. En ik heb mezelf er ook beter door leren kennen waardoor ik het gevoel heb nu een betere ouder te zullen zijn voor ons zoontje.

Een vreugdedansje. Dat deden we toen we ontdekten dat Jack grote broer zou worden. Op 10 februari 2021 stond ik daar, misschien een beetje onverwachts maar o zo blij, met een positieve zwangerschapstest in mijn hand. En dan begin je meteen te  tellen… februari, maart, april… oké oktober. Funny, alsof hier nog niet genoeg twijfelaars rondlopen in huis. Uitgerekend op 15 oktober, perfect tussen onze beide verjaardagen. Prachtig!
Het was bijna vakantie, enkele dagen later op maandag liet ik bloed trekken bij de huisarts. Resultaat: Zwanger, heel erg zwanger. Ik had te vroeg victorie gekraaid, toen ik na de positieve test nog lekker in mijn vel zat. Misselijk en overgeven. Zo vul ik mijn dagen en dat is allesbehalve leuk. Want ik wil spelen en knuffelen met Jack, de speeltuintjes in de buurt onveilig gaan maken maar dat gaat niet. Ik kan niets. Ik kan niet koken, hem niet aankleden, hem niet in badje zetten, niet gaan wandelen, niets. Gelukkig heeft hij wel nog steeds een beetje mamamelkje. Een beetje ja, want dat is fel verminderd door de zwangerschap. En dat is genieten, hem zo dicht tegen me aan hebben.

Twee dagen later mocht ik langs de dokter. Ik kan beter zeggen, moest ik naar de dokter. Verheugd, zo voelde ik me. Want dat wou zeggen dat ik voor het eerst op de echo iets te zien zou krijgen. Draaide dat even anders uit dan verwacht. De voornaamste reden van mijn doktersbezoek was om de bloedresultaten te bespreken. Het was niet oké. Het is niet oké. Er werden sporen van een CMV infectie in mijn bloed teruggevonden. Ik hoorde het nog in Keulen donderen. Tot de dokter het begon uit te leggen. Een CMV infectie tijdens de zwangerschap is niet goed. Het kan zijn dat het kindje besmet is. Met als gevolg dat het misschien doof of blind geboren zal worden, of dat er zich problemen in het zenuwstelsel of in de hersenen zullen ontwikkelen. Of… of… of… Beetje bij beetje dwaalden mijn gedachten af. Dit had ik niet voelen aankomen. Mijn baby, onze baby, het broertje of zusje van Jack is niet oké? Maar er is nog hoop, zei de dokter. Binnen een drietal weken zullen we opnieuw een bloedstaal laten onderzoeken. Hopelijk kunnen we dan, aan de hand van de waarden uitzoeken wanneer deze infectie zich voordeed. Als daaruit blijkt dat dit van voor de zwangerschap is, is er niet meteen reden tot paniek. Het enige wat ik kon was huilen. Ik kreeg de boodschap dat ik me rustig moest houden en niet meteen het ergste moest denken. Zij die mij kennen, weten dat mijn hoofd sindsdien alleen maar overuren maakt. Maar goed, ik kwam natuurlijk ook voor de eerste echo. Net iets te vroeg eigenlijk. Een minuscuul iets in mijn buik, maar nog geen hartslag te horen. Net nog geen zes weken, vertelde de dokter. Als we enkel en alleen naar de echo kijken, dan ziet alles er goed uit. Geloof me, dat is moeilijk te vatten. Het ziet er goed uit, maar misschien toch ook niet. En toen begonnen de ellenlange drie weken van wachten. Wachten, wachten en nog eens wachten. Het eerste wat ik deed als ik buitenkwam, was een telefoontje plegen naar Arno. Aan mijn gesnik en gehuil te horen, wist hij vrijwel meteen hoe laat het was. Jack zat op dat moment bij zijn Omi en Vake en daar wou ik dan ook snel naar toe. Ik heb hem eerst ettelijke minuten lang geknuffeld, vooraleer ik enkele woorden over mijn lippen kreeg. “Ze weten niet of alles oké is met de baby…”, was wat ik zei. Mijn mama had ik ook al proberen bellen, maar die kreeg ik niet meteen te pakken. Omi en Vake waren aangedaan van het nieuws en wisten ook niet meteen wat te zeggen. Enige tijd later had ik dan ook mijn mama aan de lijn en die liet meteen merken dat ze er niet gerust in was.

Op dit moment kunnen we niet meer doen dan wachten. En wachten is verschrikkelijk. Zeker omdat ik niets om handen heb, behalve misselijk zijn en overgeven. Ik kan niet gaan werken, want voor de klas staat en kotsen past nu eenmaal niet zo goed samen. Daarnaast ben ik dan ook nog een moeder die momenteel maar half z’n gat voor haar kind kan zorgen. Dus we moesten improviseren. Ik heb al vaak terug thuis bij mijn mama geslapen met Jack. Vooral op momenten dat Arno laat moest werken of opleiding heeft of het me helemaal niet afgaat. Dan biedt zij me ondersteuning om voor Jack te zorgen. En ook Omi en Vake schieten ter hulp waar nodig. Ik mag echt mijn beide pollekes kussen.

Na drie weken breekt voor ons het moment van de waarheid stilaan aan. Op acht maart werd ik terug in het dokterskabinet verwacht. Bloed werd getrokken, het staal werd opgestuurd naar het labo en nu terug enkele dagen wachten. Opnieuw werd er een echo gemaakt. Nu was er wel een hartslag te horen en opnieuw werden dezelfde woorden uitgesproken: “Als we enkel en alleen naar de echo kijken, dan ziet alles er goed uit.” Verder was het dus wéér afwachten.

Ondertussen hebben Arno en ik al veel “Wat als …” gesprekken gevoerd. Op sommige momenten kan je daar erg nuchter over nadenken, op andere dan weer niet. Naar mijn gevoel kan Arno dit alles beter een plekje geven en er helderder over nadenken. Hij wordt dan ook niet elke minuut van de dag geconfronteerd met de zwangerschap. Zijn hormonen gieren niet op elk moment door zijn lijf en hij moet niet te pas en te onpas boven het toilet gaan hangen. Maar er zijn ook dagen dat hij het niet weet en zichzelf niet helemaal is. Het is moeilijk. Heel erg moeilijk. En als we eerlijk zijn… Hebben we diep vanbinnen onze keuze misschien wel al gemaakt.

Drie dagen later is er eindelijk een resultaat binnen van het labo. Vol goede moed bel ik de huisarts op en meteen hoor ik de twijfel in zijn stem. Euhm ja, ik euhm, ja… Ik ga eens moeten bellen naar het labo om overleg te plegen… En dan, zakt de grond onder je voeten weg. Het gesprek was snel ten einde. En wat doe je dan? Zelf stappen ondernemen. Het is onmogelijk om nog langer met twijfels te blijven zitten. Ik ging op zoek naar gynaecologen waar ik snel terecht kon en contacteerde ook de vroedvrouw die bij de geboorte van Jack aan huis kwam. Ook zij legde voor ons afspraken vast, bij mensen waar ze van wist dat we daar voldoende en duidelijke informatie zouden krijgen. Goed, daar gaan we dan. Van de ene gynaecoloog naar de andere. Of beter gezegd, van het ene slechte nieuws, naar het andere.  Sommige gynaecologen gaan hier erg licht over. “Och ja, wat is de kans…” Bij het horen van dit sloeg mijn hoofd al op hol. Wat is de kans, wat is de kans? Het is duidelijk uw kind niet. Het is duidelijk dat jij niet voor de zorg zal moeten opdraaien als er effectief iets fout gaat in de ontwikkeling?! Anderen nemen het dan wel serieus en spreken gruwelijke woorden uit zoals: “Er zal niemand zijn, die u kan garanderen dat je een gezond kindje op de wereld zal zetten. Niet na verder bloedonderzoek, niet na de twaalfwekenecho, niet na een vruchtwaterpunctie en zelfs niet meteen na de geboorte. Laten we ook even kijken naar de wetenschappelijke cijfers. Als je neemt dat 100 moeders besmet zijn met CMV, zal bij 60% alles goed verlopen en geven zij de infectie niet door aan het kind. Bij de andere 40% zal de infectie wel doorgegeven worden. En dan…” Al deze woorden maken ons bang, ongelooflijk bang. Wat moeten we hiermee? Nadenken, praten en een beslissing nemen. Dat is wat er momenteel van ons verwacht wordt. En er is niemand, nee niemand, die ons hierbij kan helpen.

En ondertussen denk ik ook soms even aan een uitspraak van één van mijn (lesbische) vriendinnen. Sorry, not sorry als je je aangesproken voelt. Maar je verdient van mij  even mijn middelvinger, die stokstijf de lucht in gaat, beide vingers zelfs. Omdat je het zo nodig vond om in de afgelopen jaren de uitspraak te doen: “Jullie hetero’s hebben het allemaal zoveel makkelijker. Je duikt het bed in, je hebt seks en je bent zwanger. Jullie hoeven al die trajecten niet aan te gaan, geen extra hormonen te nemen, … “ Ja, ik zou nog wel even door kunnen gaan. Dit zijn woorden die tijdens deze gruwelijke weken ook even de kop op staken. Want als jullie denken dat ik, in tegenstelling tot jullie, wel driehonderdvijfenzestig dagen per jaar vruchtbaar ben en het iedere keer raak zal zijn en er nooit iets fout kan gaan, dan heb je het mis. Kijk nu maar eens, hoe makkelijk hebben wij het toch! Dikke bullshit.

Uren en dagen gaan voorbij, vol met gepieker en vele huilbuien. Ik kan er momenteel ongelooflijk hard van genieten om naar Jack te kijken. Soms kan ik de slaap niet vatten ’s nachts en leg ik hem bij ons in bed. Dan luister ik naar zijn gezucht, geadem en zijn nachtelijke vertelsels. Dit zijn echte gelukjes. Verder probeer ik me weg te steken voor iedereen. Arno kan de schijn beter ophouden, maar ik niet. Als je nog maar een eerste blik op mij zou werpen, zie je meteen dat ik niet lekker in mijn vel zit. Die ongeschoren benen, niet geëpileerde wenkbrauwen, mijn vettig kapsel en de houding van een patattenzak liegen er niet om. Maar dat is oké en dat mag, zolang het binnenkort maar weer beter gaat.

We beseffen ook dat we een knoop moeten doorhakken. Hoe sneller, hoe liever, want life goes on. Hartverscheurend. Ik kan het niet anders zeggen. Zoals ik al eerder zei, hebben we de keuze diep vanbinnen wel gemaakt. Maar het is zo fucking moeilijk om deze woorden echt over je lippen te krijgen. Na lang nadenken, vele tranen, lange gesprekken, korte gesprekken, berichtjes, blikken die we naar elkaar werpen, hebben we in eer en geweten een keuze gemaakt. Dit is onze keuze. In onze ogen de beste keuze voor Jack, voor ons, en zelfs voor dat kleine baby’tje in mijn buik. Ik hoef, wij hoeven deze keuze zelfs niet te verantwoorden aan iemand anders en niemand hoeft ons hiervoor op de vingers te tikken. Indien iemand dit toch nodig zou vinden, be my guest… Maar weet waar je aan begint. Toch moet ik opnieuw even twee keer slikken als ik de volgende woorden neerschrijf. Arno en ik hebben er voor gekozen om de zwangerschap stop te zetten. Want we zijn bang, heel erg bang dat het fout zou lopen en we ons kindje niet alle kansen zouden kunnen bieden.

Er is heel wat tijd over gegaan en het waren helse weken. Ondertussen is alles achter de rug en voel ik stilaan de rust in mijn hoofd en hele lijf terugkeren. Het wordt me nu pas duidelijk hoeveel stress dit hele gebeuren met zich meebracht. De stress die duidelijk de controle had, of net niet had, over mijn hele lichaam. Ik kan niet zeggen dat het nu allemaal weer rozengeur en maneschijn is, maar het voelt wel als de juiste keuze die we gemaakt hebben. Regelmatig rolt er nog wel eens een traan over mijn wang en denk ik na over wat ons allemaal overkomen is. Ik ben blij dat ik de ballen aan mijn lijf had om deze keuze te maken en na vele twijfels en ontzettende moeilijke momenten toch door te zetten. Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben, mocht ik een kindje op de wereld gezet hebben met ernstige afwijkingen. Ik hoop, uit het diepste van mijn hart dat ik nooit nog zo een beslissing hoef te nemen.

Het leven is niet eerlijk. En dat zal het ook nooit zijn. Ik vind niet dat wij dit verdiend hebben, maar toch is het ons overkomen. Er is niemand die je dit alles toewenst. Ons rugzakje weegt ondertussen een beetje meer, maar het komt wel goed. Alles komt altijd goed. Ik dacht altijd dat ik een goede engelbewaarder had, maar nu denk ik toch dat deze even van zijn troon werd gestoten. Alsjeblief, zie dat je snel weer op die troon zit!

Ons lief kleintje, het gaat je goed!